Aan het begin van deze periode werden wij compleet in het diepe gegooid. 'De maandag voor de toetsweek wil ik een PO hebben van jullie, het is je complete cijfer en de vorm het onderwerp mag je zelf kiezen. Maak dus maar groepjes van twee.'
Ik was echt dolblij dat ik me Daniëlle mocht samenwerken, want ik had inmiddels heel wat ervaring met compleet mislukte samenwerkingen. Over het onderwerp waren we het al snel eens, iets met sterren. Dan de vorm nog. Moesten we planeten op schaal gaan maken, van piepschuim misschien? Of gingen we toch filmpjes maken en die op het web zetten? Eigenlijk konden we niet goed kiezen. Daarom kozen we voor een blog, waar tekst, foto's en filmpjes makkelijk gecombineerd kunnen worden en voor iedereen te lezen zijn. Dit is dus het resultaat.
Om eerlijk te zijn had ik nog nooit van nevels gehoord, Daniëlle wel natuurlijk, die is min of meer expert. Na wat googelen bleken deze sterrenhopen toch wel heel erg mooi te zijn. Via de site van de it's academy kon je uit verschillende projecten kiezen die je door de telescoop moest observeren, en nevels was daar een van. We waren daar dus al snel uit. Vervolgens die telescoop aan het werk krijgen op een tijdstip dat je allebei uit komt, is behoorlijk lastig, zoals ook in de handleiding hieronder te lezen is. Je moet rekening houden met de tijd, de snelheid van je computer, het weer in Australië of Hawaii, welke nevels er op jouw tijd te zien zijn, anders ben je daar uren aan kwijt, en vooral: hoe maak ik dan een goede foto?
Na het fiasco van de eerste keer proberen (het regende in Australië en het waaide vreselijk hard op Hawaii), boekten we de telescoop allebei afzonderlijk, op vrijdag 18 juni, twee uur na elkaar op twee verschillende telescopen. Nadat Daniëlle klaar was, mailden we even heen en weer over of het gelukt was en wat ik beter moest doen. Het grootste obstakel was de belichtingstijd, soms was die te kort en dan weer te lang. Ik las op de site dat 60 seconden wordt aangeraden voor nevels, maar Daniëlle had maar 30 seconden gedaan. (tien seconden per kleurenfilter). Ik belichtte dus wat langer, maar naar mijn idee maakte dat niet veel verschil. Wel vind ik dat de 'Bug Nebula' echt ontzettend gaaf en goed gelukt is, evenals de 'Ring Nebula' van Daniëlle (ze zijn allebei een beetje overbelicht, maar daardoor juist wel gaaf).
Voor een eerste keer was het dus ontzettend spannend, heel moeilijk te bevatten dat jij écht die foto hebt gemaakt die je op je scherm krijgt, en dat dat écht in de ruimte te zien is. Bijna eng, gewoon. Ik zou het graag nog vaker doen, ik hoop dat je ook voor de lol tijd mag boeken op de telescoop. Er is nog zoveel meer te zien, ik ben heel blij dat we door dit PO in aanraking zijn gekomen met het Faulkes project, en dat we zoiets gaafs hebben mogen meemaken!
Vrijdag 18 Juni hebben wij via de Faulkes telescope nevels bekeken. Nevels zijn niet te zien met het blote oog en daarvoor is deze telescoop ideaal. De telescoop is alleen niet heel erg makkelijk te begrijpen in het begin. Daarom hebben wij hier een duidelijke handleiding voor de Faulkes telescope geschreven.
Om te beginnen moet een leraar een account aanmaken, want je moet aantonen dat je dit doet voor educatieve doeleinden. Het aanmaken van een account gaat vrij makkelijk en daarna kun je echt gaan beginnen.
Het is handig om van tevoren te bedenken wat je wilt gaan bekijken. Dan kun je een lijstje maken met namen van de objecten, zodat je dat niet tijdens het kijken nog hoeft op te zoeken. Je krijgt namelijk maar een half uur de tijd en die gaat sneller om dan je zou denken. Het is dus handig om dat alvast klaar te hebben. Het is ook erg goed om een keer te oefenen met de demo die op de site staat, zodat je al een beetje weet wat je te wachten staat en je niet te veel tijd verspilt met uitzoeken hoe hij werkt.
Je begint met het boeken van een tijd en een telescoop. Je kunt niet zomaar inloggen en gaan kijken, maar je moet minstens een dag van tevoren tijd reserveren. De tijd die je reserveert is in UTC-time. Deze tijd scheelt ongeveer 2 uur met onze tijd, dus daar moet je goed op letten. Als je reserveert voor 12.00 UTC, kun je gaan kijken om twee uur ‘s middags. Op de site staat ook een klokje met de UTC-Time zodat daar geen verwarring over kan ontstaan. Je kunt kiezen uit de telescoop van Hawaï en de telescoop in Australië. Beide zijn ze even goed, maar ze zien een ander gedeelte van de hemel. Als je specifiek iets wilt bekijken, moet je eerst even uitzoeken waar dat object zich op dat moment bevindt. Dan kun je de telescoop kiezen die jouw object kan waarnemen.
Als je op de dag van je boeking weet wat je wilt gaan zien, moet je even de status van de telescoop controleren. Af en toe is deze dicht door slechte weersomstandigheden. Die status staat netjes op de site en je kunt zelfs weersvoorspellingen vinden. Mocht het zo zijn dat het regent of bewolkt is, kun je extra tijd boeken. Dit is vrij simpel. Je klikt op ‘request extra time’ en je vult daar een formulier in. In dat formulier vragen ze waarvoor je de extra tijd nodig hebt en wat je gaat bekijken. In veruit de meeste gevallen krijg je deze extra tijd ook toegewezen.
Als je dus echt gaat beginnen met kijken moet je inloggen op de site van de Faulkes Telescope. ( http://rti.faulkes-telescope.com/control/Login.isa) Daar krijg je een berichtje wanneer je tijd ingaat en dan klik je op ‘go’. Nu kom je bij een scherm dat heel erg lijkt op de demo. Je ziet een overzichtje van de hemel op dat moment en je ziet wat de telescoop allemaal kan zien. Vaak staat het object wat jij zoekt er niet bij, omdat alleen de meeste belangrijke dingen daar staan vermeldt. Het is het handigste om te klikken op ‘search’ en het object dat je wilt gaan bekijken in te typen. De telescoop zegt dan zelf of het zichtbaar is op dit moment. Zo niet, dan probeer je een andere (daarom is het zo belangrijk dat je een lijstje hebt gemaakt van tevoren). Is je object zichtbaar, dan klik je op de naam van het object en daarna op ‘move telescope now’. De telescoop verplaatst zich nu naar jouw object. Je kunt je voorstellen dat deze telescoop een enorm groot ding is en dat dit wel een tijdje duurt. Soms duurt het zelfs 5 minuten voordat hij helemaal op de goede plaats gericht staat.
Dan komt het moeilijkste gedeelte. De instellingen van de foto die je wilt hebben. Ook hier moet je van tevoren even over nadenken, het is namelijk best ingewikkeld. Deze instelling hangen heel erg af van wat je aan het bekijken bent. Je kunt kiezen uit kleur, of alleen maar blauw, groen of geen kleur. Ook moet je zelf de belichtingstijd instellen. Als je een nevel gaat bekijken, moet je sowieso kleur nemen, want nevels zijn heel mooi en kleurrijk. Maar als je een sterrenbeeld wilt zien, hoeft dit niet per se en mag je zelf kiezen of je het wel doet of niet.
Ook de belichtingstijd hangt af van wat je gaat bekijken. Is het een heel heldere ster? Dan moet je een korte belichtingstijd nemen, anders zie je niets. Maar als het een nevel of een sterrenstelsel is, kun je beter wat langer belichten. Voor nevels en sterrenstelsels kun je 30 of zelfs 120 seconden nemen. Een fout die wijzelf ook hebben gemaakt is een te korte belichtingstijd instellen. De nevels zijn dan niet zo duidelijk en mooi als dat ze kunnen zijn. Voor heldere objecten voldoet soms zelfs 0.3 seconden. Op de site van de telescoop staat een handige tabel met de soorten objecten en de belichtingstijden die daarbij horen. Je kan daar altijd kijken wat het beste past bij jouw te bekijken object. Het is sowieso erg belangrijk dat je daar even kijkt, want sommige sterren en planeten mag je niet bekijken omdat die de telescoop kunnen beschadigen. Hier is de link naar deze pagina http://faulkes-telescope.com/education/planning/exposures .
Als je dat allemaal hebt ingesteld klik je op ‘make observation’. De telescoop gaat nu de foto maken en ook dit kan best wel lang duren. Dit is afhankelijk van je belichtingstijd en kleurfilter. Bij kleur maakt hij 3 foto’s. Eén blauwe, een groene en een rode. Dit kost best wel wat tijd. Zodra hij klaar is komt de foto op je beeldscherm en wordt hij automatisch opgeslagen bij ‘my images‘. Dit is een map op de site waarin al je foto’s staan. Daar staat ook informatie van de lengte- en breedtegraden en natuurlijk de naam en soort van het object. Deze foto’s zijn van goede kwaliteit en kun je downloaden en bestuderen. Deze foto’s blijven daar altijd staan en kun je ten alle tijden terugkijken.
Tijdens één sessie kun je ongeveer 5 foto’s maken. Dat is erg weinig en daarom is het van groot belang dat je goed bent voorbereid anders ga je de mist in. Hopelijk is de stap om gebruik te maken van deze telescoop nu kleiner en gaan meer mensen er gebruik van maken. Het was namelijk echt heel erg gaaf en leerzaam om te doen. Je krijgt niet vaak de kans om met zo’n grote en professionele telescoop te werken en dingen te zien die je normaal gesproken nooit had kunnen bekijken. Het zou ook erg leuk zijn om dit op te nemen in de leerstof van klas 4. Ik weet zeker dat veel leerlingen het zal aanspreken. Wij vonden het in ieder geval heel erg leuk en we zijn blij dat meneer Van der Velde het voor ons heeft geregeld. Alleen hadden we dit nooit gekund.
Toen we hadden besloten om met een telescoop het heelal te bestuderen kwam al snel de vraag op wat we zouden gaan bekijken. De beslissing was snel gemaakt. Nevels zijn veruit de mooiste objecten aan de nachtelijke sterrenhemel. Jammer genoeg zijn ze met het blote oog haast niet waar te nemen, zeker niet in een licht land als Nederland. Daarom besloten we nevels te bekijken door de Faulkes Telescope. Maar wat zijn nevels eigenlijk? En heb je er verschillende soorten van? Hier zullen we het één en ander uitleggen over nevels.
Planetaire nevelsDe naam planetaire nevel is misleidend. Vanaf de aarde ziet deze er misschien uit als een planeet, maar hij is het niet. Een planetaire nevel is het omhulsel van een verouderde ster. In de laatste ontwikkelingsfase van een ster stoot deze vaak zijn omhulsel af. Deze gaat dan zelf intensieve straling en licht afgeven. De kracht van de stervende ster neemt snel af en de nevel verbleekt snel. Na slechts tienduizenden jaren is er weinig meer van over. Dan is het een nauwelijks zichtbaar gasomhulsel. Soms worden hieruit nieuwe sterren geboren, maar dat is een ander verhaal. In onze melkweg zijn er ongeveer duizend planetaire nevels ontdekt. Ze hebben vaak de doorsnede van enkele lichtjaren. Er zijn ook verschillende soorten nevels, die gaan we hieronder beschrijven.
Reflectienevels stralen zelf geen licht uit. Ze liggen in de buurt van een grote ster en de reflecteren het licht. Bekende voorbeelden van reflectienevels zijn de Plejaden.
Emissienevels stalen zelf licht uit. Toch doen ze dit niet helemaal zelf. Ze liggen ook in de buurt van een grote ster met zeer grote lichtkracht. Deze ster geeft ook intensieve ultraviolette straling af. Deze uv-straling zorgt ervoor dat het gas heet wordt en gaat stralen.
De nevels lijken allemaal heel kleurig, maar eigenlijk is dat helemaal niet zo. De reden waarom ze zo mooi zijn op foto's is dat er filters worden gebruikt die verschillende elementen kleuren. Als je zelf met een telescoop zonder filter naar een nevel kijkt, zie je een grijze wolk. Dat is natuurlijk iets minder spectaculair dan de felle kleurenfoto's die je altijd ziet. Maar alsnog blijft het zien van een planetaire nevel het aanschouwen van een (buitenaards) wereldwonder.
Al sinds het begin van de mensheid kijken we naar de sterren en willen we er meer over weten. De maya's baseerden hun hele levenswijze op hun astronomische kennis. Ze wisten er alleen niet zo veel over en schrokken zich rot bij elke zonsverduistering. Ook wij westerlingen waren gefascineerd door de sterren en het heelal. Helaas kunnen onze ogen maar een heel klein gedeelte van de nachtelijke hemel waarnemen. Toen in het begin van de 17e eeuw de telescoop werd uitgevonden nam onze kennis over het heelal snel toe. Hier ga ik uitleggen hoe deze telescopen werken. Als eerste is het belangrijk om te weten waar een telescoop uit bestaat en wat voor soorten telescopen er zijn.
Lenzentelescopen bestaan uit minstens 2 lenzen of groepen van lenzen. Die lenzen heten het oculair en het objectief. Dat zijn moeilijke woorden voor simpele onderdelen. Het oculair is de lens waar je met je oog doorheen kijkt en het objectief zijn de lenzen die in de telescoop zitten. Het objectief zorgt voor een scherp, omgekeerd beeld op het brandpunt dat je met de oculair sterk kan vergroten. Een telescoop met een oculair en objectief heet een refractor, omdat er gebruik wordt gemaakt van de breking van licht.Een ander soort telescopen zijn reflectors, waarbij gebruik wordt gemaakt van spiegels om het beeld sterk te vergroten. Deze soort telescopen worden het meest gebruikt.Bij een catadioptrische telescoop wordt gebruik gemaakt van een combinatie van spiegels en lenzen.
Helaas hebben telescopen nog altijd veel last van onregelmatigheden in de atmosfeer. Wolken, regen en zelfs warme opstijgende lucht kunnen een probleem zijn voor het beeld van de telescoop. Er komen steeds betere technieken om deze problemen op te lossen, zoals ongelofelijk dunne spiegels die je kunt ombuigen zodat je geen last meer hebt van de atmosferische omstandigheden. Een makkelijkere oplossing is natuurlijk de ruimte telescoop. Deze heeft nooit last van wolken en kan ongelofelijk ver kijken. Het nadeel hiervan is dat het erg duur is om een telescoop de ruimte in te sturen en we er dus niet veel hebben. De meest bekende ruimtetelescoop is de Hubble, die heeft ons meerdere wetenschappelijke doorbraken opgeleverd zoals foto's van de big bang.
De telescoop heeft ons ver gebracht. We weten nu meer over het heelal en we leren nog elke dag bij. Toch blijven er een hoop vragen en is er nog veel onduidelijk. En als we geen beter instrumenten bedenken om het heelal te bestuderen, zullen veel dingen voor ons als een zonsverduistering voor de Maya's blijven.